Gehoor & Evenwicht

Gehoorbeschadiging:

Gehoorbeschadiging of -verlies kunnen een gevolg zijn van de groei van de brughoektumoren of van een beschadiging die is ontstaan tijdens de chirurgie, waarbij de tumor is verwijderd. Bij NF2 bestaat altijd een risico op dubbelzijdige doofheid. Chirurgie kan ook de aangezichtszenuw en andere zenuwen (bijvoorbeeld de slik-, stem-en schouderzenuw) beschadigen. Afhankelijk van de positie van de tumor.

Als gehoorbeschadiging of gehoorverlies eenmaal is opgetreden, kunnen er mogelijk gehoorherstellende ingrepen worden verricht. De mate van gehoorverbetering na een hersteloperatie, hangt af van de vraag of de gehoorzenuw nog intact is of niet. Indien deze nog intact is, kan er een zogenaamd ‘cochleair implantaat’ (CI) in het binnenoor worden geplaatst. Bij verlies van de gehoorzenuw wordt in sommige gevallen een zogenaamd ‘auditory brainstorm implantaat’ (ABI) ingebracht.

Beide implantaten zijn minuscule elektrische instrumenten die met behulp van chirurgie in het binnenoor worden ingebracht. Met behulp van een CI kan kan men weer klanken en spraak herkennen. Terwijl de resultaten van een ABI implantaat zich meestal beperken tot het herkennen van omgevingsgeluiden. Een indruk van hoe men met een CI diverse geluiden hoort, kunt u hier beluisteren.

Uitgebreide informatie over CI en ABI (inclusief kosten, vergoedingen en fabrikanten) zijn te vinden op de site van Stichting Plotsdoven.

Oorsuizen (tinnitus) kunnen een symptoom van NF2 zijn, maar kunnen ook postoperatief optreden. In sommige gevallen verdwijnen ze vanzelf, maar ze kunnen ook blijvend zijn of verergeren. De oorzaak hiervan is niet duidelijk.

Evenwichtsproblemen:

Evenwichtsproblemen zoals duizeligheid zijn een ander veelvoorkomend suppoost van NF2. Ook deze kunnen postoperatief optreden en verergeren. Bij het uitvallen van een evenwichtsorgaanneemt het andere evenwichtsorgaan de functie, in de loop van enkele weken, over. Soms heeft de NF2 patiënt zoveel evenwichtsproblemen, dat rolstoelgebruik onvermijdelijk is.

 

Bron: NFVN @2015