Mensen met hersenletsel lopen het risico op Neurofatique (chronische vermoeidheid) Prikkels verwerken is keihard werken. Stemmingswisselingen en enorm veel lichamelijke aandoeningen. Lange termijn overprikkeling kun je efficiënt voorkomen door het verminderen of vermijden van dagelijkse prikkels. Een prikkelarme omgeving kun je niet afdwingen. Een plekje voor jezelf wel;

• Een fysieke ruimte -waar je alleen kunt zijn- om tot rust te komen
• Structureer de dagen met voldoende pauzemomenten
• Je “batterij” is ’s morgens nog op zijn best Als je dus iets inplant, kun je dit het beste zo vroeg mogelijk op de dag doen
• Zorg voor een overzichtelijke weekindeling; Doe niet teveel op 1 dag, Een dag iets doen = de volgende dag rust. (Sowieso een dag niets doen, is een hele goede aanrader)
• Plan -voorafgaand aan een activiteit- rust in en plan dat daarna ook
• Plan je rusttijden en plan je voorbereidingstijd met rust als je iets moet gaan doen
• Doe een activiteit als je nog niet zo moe bent. Wanneer dit wél is, stel je taken dan uit tot bijv. morgen
• Bezoek nooit teveel winkels op 1 dag en bezoek ze op rustige tijden
• Cash geld overprikkelt in je portemonnee (zowel zichtbaar als het geluid), probeer met een pinpas te betalen

Een gesprek voeren + tips voor naasten:

• Zorg dat je vooraf voldoende uitgerust bent
• Blokkeer in je agenda een bepaalde tijd voorafgaand aan het gesprek/activiteit en daarna, anders ben je al moe voordat je je geplande visite krijgt of erheen gaat
• Leg uit dat teveel woorden en lange of complexe zinnen. overprikkeling kunnen geven
• Leg uit dat als mensen veel vragen stellen, dat juist kan overprikkelen
• Leg vooraf uit dat (als je overprikkeld raakt) mensen dat kunnen zien aan je zoals:
  – Oogcontact vermijden om overlading te vermijden
  – Spasmen en onrustig worden, slaperig of juist hyperactief
  – Moeizamer reageren, het lijkt langer te duren dan eerder
  – Constant blijven glimlachen
• Zorg dat er weinig/geen achtergrondgeluiden zijn; muziek en tv uit, geen rumoer, kinderspeelgoed, drukke dieren/vogels, (af)wasmachine of waterkoker etc.
• Houd een bezoek kort of spreek vooraf een tijdsduur af
• Praat niet door elkaar heen. Hou het gesprek ‘centraal’ en probeer wat zachter te praten (als er niet een doof iemand tussen zit)
• Geef altijd de gelegenheid om de afspraak af te laten zeggen.. (Overprikkeling kan heel acuut optreden.) Het leven heb je niet in de hand en is onvoorspelbaar, daardoor overprikkeling ook. Besef dat overprikkeling fluctueert van dag tot dag afhankelijk van de belasting, Maak flexibele afspraken
• Heb vooral begrip, dat is wat iemand met overprikkeling ten diepste verlangt

Voorbeelden van mijn prikkels:

• Radio/tv (dat heb ik dan zelf wél continu aanstaan, maar ik ben alleen en kan alles doseren)
• Kinderen/speelgoed, drukke dieren
• Geluiden op de achtergrond
• Veel luid en door elkaar heen praten
• Afspraken plan ik het liefste in de voormiddag, aangezien het energiepeil -naarmate de dag verstrijkt- heel snel opraakt
• Op feestjes bijv. Iedereen die omstebeurt naar een glas, chips of nootjes grijpt
• Hoge hakken op een tegelvloer, getik met een pen
• Veel beweging om me heen (ziekenhuis, feestjes, mensen etc.)
• Reizen, de omgeving vliegt aan me voorbij als een film die blijft doorgaan in mijn hoofd. Dat vraagt veel van mijn energie.
• Als ik moe ben, duurt het een paar seconden langer voor ik reageer, beantwoord ik alles met een simpele ‘ja’ (ook al zit er in mijn hoofd een heel ander antwoord) en blijf ik constant glimlachen of merk je het aan mijn spasmen die ineens de kop opsteken
• Verkeersborden, daarvoor moet ik altijd 10 sec. stilstaan, anders zie ik niet wat erop staat. Ook mensen die ik onderweg tegenkom; ik zie ze pas écht als ik even stilsta.
• Focussen op een leesbare tekst in een tijdschrift, een computerscherm of interessant tv-programma